Wet op niet-conventionele praktijken opgeheven

Wetsontwerp diverse bepalingen gezondheid ingediend

De federale regering heeft een wetsontwerp ‘houdende diverse bepalingen inzake gezondheid’ ingediend. De wet op niet-conventionele praktijken wordt opgeheven, de vaccinatiebevoegdheid van apothekers wordt bestendigd.

Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ

De regering-De Winter heeft op 3 oktober een wetsontwerp ‘houdende diverse bepalingen inzake gezondheid’ bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers ingediend. Dit wetsontwerp wijzigt een aantal wetten met betrekking tot de gezondheidszorg.

Vaccinatiebevoegdheid apothekers

Hoofdstuk 1 wijzigt enkele bepalingen in de WUG onder meer wat betreft de apothekers: hun machtiging in verband met de griepvaccinatie wordt bestendigd.

Medische raad ziekenhuisnetwerken

Hoofdstuk 2 wijzigt de Ziekenhuiswet op het vlak van de overgangsbepaling met betrekking tot de rechtstreekse verkiezing van de medische raad van het locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk.

Artikel 143/1 van de ziekenhuiswet bepaalt dat die medische raad het vertegenwoordigend orgaan is van de ziekenhuisartsen die werkzaam zijn binnen het locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk. Artikel 143/2 voorziet in een overgangsperiode waarin de netwerk medische raad is samengesteld uit artsen van de medische raden van de ziekenhuizen die deel uitmaken van het netwerk.

Deze overgangsperiode bedroeg aanvankelijk 5 jaar en wordt nu verlengd tot 10 jaar.

De wet niet-conventionele praktijken

Hoofdstuk 3 heft de wet van 29 april 1999 betreffende de niet-conventionele praktijken op en voorziet in een overgangsregeling voor de reeds geregistreerde homeopaten. De opheffing van de 'Wet-Colla' was aangekondigd in de Beleidsnota Volksgezondheid.

Uit het advies van de Raad van State blijkt dat het aantal geregistreerde homeopaten zeer beperkt is: 156 artsen en 10 tandartsen.

Op de vraag van de Raad van State waarom deze registraties behouden blijven en niet vervallen, antwoordde de gemachtigde ambtenaar dat dit gebeurt in het belang van de rechtszekerheid en het behoud van verworven rechten.

De wet op de esthetische genees- en heelkunde

Hoofdstuk 4 is gericht op de wijziging van de wet van 23 mei 2013 tot regeling van de vereiste kwalificaties om ingrepen van niet-heelkundige esthetische geneeskunde en esthetische heelkunde uit te voeren.

Het KB van 12 mei 2024 tot wijziging van het KB van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, introduceerde vier nieuwe bijzondere beroepstitels: arts-specialist in de cardiale heelkunde, in de thoracale heelkunde, in de vasculaire heelkunde en in de viscerale heelkunde.

De wet van 23 mei 2013  wordt aangepast om rekening te houden met deze nieuwe beroepstitels.