Apothekers willen substitueren
Meer dan negen op de tien apothekers vinden dat ze meer verantwoordelijkheid zouden moeten krijgen bij de aflevering van geneesmiddelen en vinden het een 'zeer interessant' tot 'interessant' idee als ze, net zoals in vele landen, zelfstandig zouden mogen substitueren. Andere buitenlandse voorbeelden vinden dan weer geen genade in de ogen van de Belgische apotheker.
Men mag dan nog zeggen en beweren wat men wil, de apotheker is zelf vragende partij om verder te gaan dan het niveau van geneesmiddelenhandelaar. De apotheker kent maar al te goed zijn grenzen en weet precies wat hij aankan, niet aankan en als verantwoordelijkheid wil krijgen. Dat blijkt toch uit de antwoorden die de apothekers in oktober 2010 op de 'Grote Enquête' van het vakblad 'de Apotheker' hebben gegeven.
Substitueren
Uit de antwoorden blijkt dat die Belgische apotheker maar al te goed weet wat hij wil. Substitueren bijvoorbeeld. Niet telkens een telefoontje moeten plegen naar een arts als een product niet in voorraad is. Maar liefst 92,4 procent van de apothekers vindt het idee om zelfstandig te mogen substitueren (zeer) interessant. Nederlandstalig of Franstalig, het maakt niets uit. Hoe meer ervaring de apotheker heeft, hoe meer hij voor het idee gewonnen is. Er is wel een verschil naargelang de functie die de apotheker in de officina heeft. Titularissen zijn meer overtuigd dan adjuncten, en ketenapothekers meer dan apothekers uit een onafhankelijke officina.
Herhaalrecepten
Ook wat betreft herhaalrecepten is de meerderheid van de apothekers gewonnen voor het idee dat ze die zelf kunnen uitschrijven. 63,9 procent vindt dat de apotheker dat, net zoals in zovele landen, ook zou moeten mogen. Ook hier speelt de taal amper een rol en stijgt de vraag naargelang de apotheker meer ervaring heeft. Apothekers die tewerkgesteld zijn in een onafhankelijke apotheek (en die geen eigenaar zijn), zijn wel terughoudender dan titularissen die ofwel eigenaar zijn ofwel in een keten werken. Belangrijk is toch dat 32,1 procent totaal geen vragende partij is.
Vaccineren
Bij andere buitenlandse 'voordelen' slaat de slinger naar de andere kant uit. De apotheker wil er niet van weten. Denken we maar aan het vaccineren. In Portugal bijvoorbeeld mogen apothekers ook de griepvaccinatie toedienen. "Neen, bedankt", zegt 65,8 procent van de Belgische apothekers. Slechts 28 procent wil het idee in overweging nemen of vindt het goed. Nederlandstalige apothekers zijn eerder geneigd om ook dit aan hun takenpakket toe te voegen, dan de Franstalige collega's (32,7 % t.o.v. 22,1 %).
Wachtdiensten
In Nederland is men er nu toe overgegaan om speciale nacht- en weekendapothekers te openen. Sommige apothekers doen altijd nacht- of weekenddienst. De patiënt weet zo tot wie hij zich altijd kan richten en de dagapothekers hoeven zich nooit meer aan wachtdiensten te houden. Een op de drie apothekers ziet daar wel iets in, maar de helft van de apothekers vindt dit idee waardeloos. Hier zijn het vooral de Franstalige apothekers die voor het initiatief open staan. Daar waar 'slechts' 19,1 procent van de Franstalige apothekers categoriek zegt dat dit idee helemaal niet interessant is, spreekt 28,6 procent van de Nederlandstalige apothekers er zich tegen uit.
Farmaceutisch dossier
Dan zijn er nog de twijfelgevallen. Buitenlandse voorbeelden waar de ene helft van de Belgische apothekers voor en de andere helft tegen is. Zo eisen sommige landen dat de patiënt bij één welbepaalde (huis)apotheker een farmaceutisch dossier heeft en zich dus ook altijd naar die apotheker richt en daar klant is. Sommige apothekers vinden dat een goed idee, anderen zien dat helemaal niet zitten. Frans- en Nederlandstaligen zijn het op dat gebied roerend met elkaar eens.
Tuchtraad
Dat is helemaal niet het geval als het gaat om de huidige tuchtprocedure van de Orde der Apothekers. In sommige landen kunnen geregistreerde apothekers inzage krijgen in de beslissingen die de tuchtraad voor apothekers treft. Louter cijfermatig vindt 49,6 procent van de Belgische apothekers dat een (zeer) interessant idee. Maar als we dan gaan kijken naar de taalrol, dan zien we een gigantisch verschil. Daar waar bijna 7 op de tien Franstalige apothekers (68,4 %) die transparantie verkiest, zijn de Nederlandstalige apothekers niet zo enthousiast (34,5 %). Tegelijkertijd moeten we opmerken dat de Franstalige apotheker zich zeer duidelijk uitspreekt, terwijl bijna een op de vijf Nederlandstalige apothekers zegt geen mening te hebben of geen antwoord geeft.