Europees onderzoek wijst op nauwe contacten tussen EU-functionarissen en tabaksindustrie
Een nieuw onderzoek waarschuwt dat ontoereikende transparantieregels binnen de EU de tabaksindustrie in staat stellen om stilzwijgend invloed uit te oefenen op het beleid in Brussel.

Uit het onderzoek getiteld 'Behind Closed Doors', van de Franse organisatie Contre-Feu en de waakhond Stopping Tobacco Organizations and Products (STOP), blijkt dat de afgelopen maanden meerdere niet-geregistreerde ontmoetingen hebben plaatsgevonden tussen EU-functionarissen en vertegenwoordigers van de tabaksindustrie. Volgens de regels van het Europese Transparantieregister moeten functionarissen deze ontmoetingen altijd openbaar maken, maar dat is in de afgelopen jaren stelselmatig niet gebeurd.
In het kort de belangrijkste bevindingen:
- De tabaksindustrie is sterk en actief aanwezig binnen de EU. Minstens 49 organisaties proberen actief Europese beleidsmakers en ambtenaren te beïnvloeden namens de tabaksindustrie. Samen stellen zij minstens 139 mensen tewerk en besteden ze jaarlijks bijna 14 miljoen euro aan lobbyactiviteiten gericht op EU-besluitvormers.
- In de voorbije jaren is het aantal nieuwe lobbygroepen dat zich richt op het promoten van alternatieve vormen van roken sterk toegenomen. Dit weerspiegelt een verschuiving in de lobbystrategie richting nieuwe tabaks- en nicotineproducten (waaronder e-sigaretten), die door de sector als minder schadelijk worden voorgesteld. Acht van de vijftien organisaties in deze categorie zijn in de afgelopen drie jaar opgericht.
- De huidige Europese transparantieregels functioneren onvoldoende. De onderzoekers stelden vast dat tussen 2023 en 2025 in totaal 257 ontmoetingen tussen tabakslobbyisten en EU-functionarissen plaatsvonden. In het Europese Transparantieregister staan echter maar vijf ontmoetingen geregistreerd. Vooral het Europese directoraat dat verantwoordelijk is voor het Europese handelsbeleid met niet-EU-landen, blijkt nauw in contact te staan met de tabakslobby.
- Europese lidstaten waarin de industrie aanzienlijk heeft geïnvesteerd, treden vaker op als haar voornaamste verdedigers. Zo stelt de tabaksindustrie honderden miljoenen euro’s te hebben geïnvesteerd in fabrieken voor de productie van verhitte tabaksproducten (HTP’s) in verschillende lidstaten, vooral in Italië en Griekenland. Deze lidstaten hebben nadien standpunten van de industrie verdedigd binnen de Raad van de Europese Unie (die samen met het Europees Parlement de wetgevende taak en begrotingstaak van de Europese Unie uitvoert).
- De tabaksindustrie probeert de Europese Unie te gebruiken als hefboom om maatregelen tegen roken in landen buiten de EU aan te vechten. Meerdere documenten die door de onderzoekers zijn verkregen, wijzen op aanhoudende pogingen van de sector om EU-instellingen te mobiliseren tegen volksgezondheidsmaatregelen in onder andere Argentinië, Brazilië, India, Japan, Mexico, Singapore en Taiwan.
Stilletjes actief
In 2011 werd het Europees Transparantieregister in het leven geroepen, met als doel het bevorderen van de openheid en controleerbaarheid van de Europese Unie. In het register zijn alle bedrijven, lobbyorganisaties, ngo's, denktanks, vakbonden en adviesbureaus opgenomen die actief zijn in de EU, samen met de partijen die ze vertegenwoordigen, de belangen die ze behartigen, en de middelen die ze inzetten voor lobbyactiviteiten. Telkens wanneer een EU-functionaris contact heeft met een vertegenwoordiger uit het register, moet dat op de website van de Europese Commissie worden aangegeven.
Deze verplichtingen gelden echter niet voor alle laaggeplaatste EU-functionarissen of bijeenkomsten, waardoor verschillende ontmoetingen onder de radar bleven. De tabakslobby onderhoudt ook voortdurend informele contacten, die niet altijd als contactmoment hoeven worden aangemerkt in het transparantieregister. Verschillende critici, waaronder de Europese ombudsvrouw Emily O'Reilly in 2023, hebben gewaarschuwd dat deze mazen in de wetgeving routinematig worden misbruikt door de tabaksindustrie.
49 lobbygroepen
Volgens de onderzoekers vertegenwoordigen momenteel minstens 49 lobbygroepen de tabaksindustrie in Europa. Samen stellen deze lobbygroepen minstens 139 mensen tewerk en besteden ze jaarlijks bijna 14 miljoen euro aan lobbyactiviteiten gericht op EU-besluitvormers. De meest prominente vertegenwoordiger is de tabaksproducent British American Tobacco, dat jaarlijks net geen 4 miljoen euro uitgeeft aan lobbywerk, gevolgd door Philip Morris (2,7 miljoen) en Japan Tobacco International (2,2 miljoen).
Van deze partijen blijken vertegenwoordigers van Philip Morris het meest actief te zijn, met ruim 121 ontmoetingen met EU-functionarissen tussen 2023 en 2025. Ter vergelijking: het Smoke Free Partnership heeft in dezelfde periode slechts 12 ontmoetingen gehad.
Ook blijken sommige Europarlementariërs bijzonder nauwe contacten te hebben met de tabaksindustrie. Van 2023 tot september 2025 ontmoette de Deense parlementariër Anders Vistisen zeven keer lobbyisten van Philip Morris, terwijl de Nederlander Auke Zijlstra in de eerste negen maanden van 2025 al negen ontmoetingen met tabakslobbyisten had.
En hoewel veel Europarlementariërs niet in lijken te gaan op de toenaderingen van lobbyisten, blijken ze toch druk te ondervinden van de tabakslobby. Parlementariërs ontvangen regelmatig talloze verzoeken van belanghebbenden, zowel via mail als telefonisch, stellen de onderzoekers vast. En ook al leiden deze toenaderingen niet altijd tot een ontmoeting, ze dragen wel bij aan de politieke druk.
E-sigaretten en snus
Onderzoekers wijzen er daarnaast op dat de tabaksindustrie zich in toenemende mate richt op nieuwe vormen van tabaks- en nicotineproducten, waaronder e-sigaretten en snus (zakjes gemalen tabak, die onder de bovenlip worden geplaatst).

De World Vapers’ Alliance (WVA) is een in de VS gevestigde organisatie die in mei 2020 werd opgericht en gelieerd is aan het Consumer Choice Center (CCC), dat deels door de tabaksindustrie wordt gefinancierd. Uit onderzoek van de Amerikaanse nieuwssite The Daily Beast blijkt dat hoewel WVA zich presenteert als een onafhankelijke consumentenorganisatie, het ook directe financiering heeft ontvangen van British American Tobacco en in Europa actief lobbyt tegen regelgeving voor e-sigaretten, zoals beperkingen op smaken, strengere limieten voor nicotine en beperkingen op disposables. Het promoot e-sigaretten ook als een 'minder schadelijk' alternatief voor regulier roken.
Nauwe economische banden
Naast lobbywerk, blijkt de tabaksindustrie ook de economische banden met verschillende lidstaten verder aan te halen. Zo heeft tabaksproducent Philip Morris enkele jaren geleden 700 miljoen euro geïnvesteerd in een fabriek in Griekenland en heeft het recent aangekondigd 1 miljard euro te gaan investeren in een nieuwe fabriek in Bologna. Ook British American Tobacco kondigde aan een 'innovatiehub' in Triëst te openen, net als verschillende centra in Roemenië, Tsjechië en Hongarije. Naar eigen zeggen heeft de tabaksindustrie de afgelopen jaren miljarden euro's geïnvesteerd in deze lidstaten, die volgens de onderzoekers niet toevallig behoren tot de meest uitgesproken tegenstanders van een strenger Europees rookbeleid.
Zo moest Frankrijk begin dit jaar de Europese Commissie informeren over zijn voorgenomen verbod op orale nicotine producten. Deze kennisgeving maakte deel uit van een verplichte procedure, waarbij lidstaten geplande nationale wetgeving moeten melden aan de Europese Commissie voordat ze wordt ingevoerd. Het doel hiervan is om vrij verkeer van goederen binnen de EU te garanderen en te voorkomen dat nationale wetgeving een onnodige handelsbelemmering vormt voor andere lidstaten. Echter, na deze kennisgeving hebben verschillende Europese lidstaten hun onvrede over deze maatregel kenbaar gemaakt, waardoor de goedkeuringsprocedure van de commissie maanden werd vertraagd.
Invloed buiten de Europese grenzen
Een ander opvallend punt is dat de EU door de tabaksindustrie gebruikt wordt om invloed buiten de Europese grenzen uit te oefenen. Volgens de onderzoekers proberen lobbyisten zich actief te mengen in onderhandelingen tussen Europese en niet-Europese partijen. Als voorbeeld halen de onderzoekers een academisch artikel uit 2016 aan. Daarin werd geconstateerd dat de tabaksindustrie zich actief inzet met het juridisch aanvechten van handelsakkoorden die mogelijk - direct of indirect - kunnen leiden tot een strenger rookbeleid.
Zo startte Philip Morris in 2010 een rechtszaak tegen de invoering van gezondheidswaarschuwingen op sigaretdoosjes in Uruguay, wat volgens de producent in strijd was met een bilateraal verdrag tussen de EU en het Latijns-Amerikaanse land. Meerdere documenten die door de onderzoekers zijn verkregen wijzen op vergelijkbare aanhoudende pogingen van de sector om EU-instellingen te mobiliseren tegen volksgezondheidsmaatregelen in onder meer Argentinië, Brazilië, India, Japan, Mexico, Singapore en Taiwan.
Het volledige onderzoek is hier te lezen.