Voorstel van resolutie over dringende maatregelen voor vaccinatie tegen mazelen

Vlaams Parlementsleden Toon Vandeurzen (cd&v) c.s dienden een voorstel van resolutie in bij het Vlaams Parlement ‘over dringende maatregelen naar aanleiding van het stijgende aantal besmettingen met mazelen’.

Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex voorzitter VITAZ

Als de vaccinatiegraad voor mazelen daalt, wordt een uitbraak zeer waarschijnlijk. De indieners van dit voorstel van resolutie wijzen erop dat baby’s jonger dan één jaar bijna per definitie niet gevaccineerd zijn en dus een bijzonder groot risico lopen bij een daling van de vaccinatiegraad.

Daarnaast zijn er ook mensen met een verzwakt immuunsysteem die het vaccin tegen mazelen niet mogen krijgen en zich dus niet tegen de ziekte kunnen beschermen.

Het is dan ook bijzonder verontrustend om vast te stellen dat het aantal besmettingen, niet alleen in Vlaanderen maar ook elders in Europa, toeneemt. De indieners roepen de Vlaamse Regering op om beleidsmatig doortastend op die situatie te reageren en om in de eerste plaats de zeer jonge en kwetsbare kinderen te beschermen.

Voorafgaande overwegingen  

Het voorstel van resolutie gaat uit van de overweging dat:

1. vaccinatie de enige manier is om mazelen te elimineren;
2. kinderen jonger dan 1 jaar nog niet beschermd zijn door een vaccin tegen de mazelen en ze bijgevolg het grootste risico lopen op complicaties;
3. het aantal besmettingen met mazelen zowel in Europa als in België de afgelopen jaren duidelijk in een stijgende lijn zit;
4. het vaccinatievertrouwen bij ouders van jonge kinderen zowel in Europa als in België de afgelopen jaren is afgenomen;
5. het aantal besmettingen met mazelen in Vlaanderen in het voorjaar van 2025 een opvallend hoog niveau heeft bereikt, maar die piek beperkt bleef in tijd;
6. de mazelenbesmettingscijfers in Vlaanderen per regio en periode aanzienlijk schommelden, en bepaalde gebieden gedurende een korte tijd even hoge besmettingsniveaus vertoonden als landen die als epidemisch risicogebied worden beschouwd en waar dergelijke hoge cijfers gedurende een volledig jaar worden genoteerd;
7. alle kinderen dezelfde bescherming verdienen. Het kan niet dat wie naar een risicogebied reist, beter beschermd is dan wie in Vlaanderen blijft, en zeker niet als het besmettingsniveau in Vlaanderen zo hoog zou worden en zo lang zou aanhouden dat Vlaanderen zelf als een risicogebied wordt beschouwd;
8. kinderen op de leeftijd van 6 en 9 maanden een consultatie hebben bij Kind en Gezin, en ze tijdens die consultatie zo nodig ook kunnen worden gevaccineerd;
9. er geen publieke vaccinatiecijfers voor vaccins uit het basisvaccinatieschema beschikbaar zijn;
10. de lokale besturen een belangrijke rol op zich kunnen nemen in het verhogen van het vaccinatievertrouwen en het optrekken van de vaccinatiegraad, maar ze momenteel blind varen.

Vragen aan de Vlaamse regering

Het voorstel van resolutie vraagt aan de Vlaamse Regering om:

1. te onderzoeken op welke manier het epidemische risico op mazelen specifiek voor jonge kinderen beter in kaart kan worden gebracht en daarbij rekening te houden met zowel de vaccinatiegraad als de eventuele besmettingen in de omgeving van het kind;
2. aan de Hoge Gezondheidsraad advies te vragen over de toediening van een extra MBR-boostervaccinatie aan kinderen jonger dan 1 jaar bij een uitbraak en daarbij zowel op nationaal niveau als in de omgeving van het kind rekening te houden met de besmettingscijfers en de vaccinatiegraad; 
3. te zorgen voor duidelijke communicatie met de ouders via Kind en Gezin, de website laatjevaccineren.be en de lokale besturen over de mogelijkheid voor hun kind om een extra MBR-vaccin te krijgen als het tussen 6 en 12 maanden oud is, en de indicaties daarvoor;
4. het bestaande actieplan voor mazelen en de monitoring door de Risk Management Group strikt te volgen, en extra maatregelen te nemen om het algemeen belang te waarborgen als de vaccinatiegraad onder een kritieke drempel daalt of als het epidemisch risico lokaal toeneemt;
5. maatregelen te nemen om het vaccinatievertrouwen bij de Vlaamse bevolking op te trekken, met een focus op jonge ouders, en de lokale besturen daarbij te betrekken zodat er heel gericht actie kan worden ondernomen; 6° de richtlijnen voor het weren van (nog) niet gevaccineerde kinderen in kinderdagverblijven en op scholen in het geval van een verhoogd epidemisch risico te communiceren;
6. een nieuwe Vlaamse vaccinatie(graad)studie uit te voeren die peilt naar het vaccinatievertrouwen en de algemene attitudes ten aanzien van vaccinatie, en die de vaccinatiegraad in kaart brengt;
7. te zorgen voor de ontsluiting van de data in Vaccinnet over de vaccins van het basisvaccinatieschema, conform de verruimde mogelijkheden die het decreet van 18 juli 2025, dat het Vlaams Parlement op 16 juli 2025 heeft goedgekeurd, daartoe biedt;
8. informatie over de lokale vaccinatiegraad op regelmatige basis te delen met de lokale besturen, en niet pas op het moment dat er al sprake is van een uitbraak, zodat de lokale besturen een proactief preventiebeleid kunnen voeren, samen met de scholen op hun grondgebied.