Financiering beroepsorganisaties
Aantal geconventioneerde leden bepaalt mee bedrag
Het Staatsblad van 11 augustus maakt vijf KB’ s van 18 juli 2025 bekend tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het RIZIV een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van respectievelijk de kinesitherapeuten, de vroedvrouwen, de apothekers, de orthopedisch technologen en de logopedisten.
Herman Nys, em.prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ
De tegemoetkoming wordt toegekend aan de beroepsorganisaties die de betrokken beroepsgroep binnen de organen van het RIZIV vertegenwoordigen (artikel 1).
Voor de jaren 2025 en 2026 bestaat het jaarbedrag van de tegemoetkoming voor iedere representatieve beroepsorganisatie uit twee delen: een basisbedrag per representatieve beroepsorganisatie en een aanvullend bedrag dat wordt berekend in functie van het aantal actieve geconventioneerde beoefenaars van het betrokken beroep (artikel 2).
De tegemoetkoming kan enkel worden aangewend voor het verrichten van personeels- en werkingsuitgaven die verband houden met de vertegenwoordiging van de representatieve beroepsorganisaties in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, zoals vergoedingen, lonen, sociale lasten en kleine bureaukosten (artikel 3).