Instituut voor Tropische Geneeskunde
Klimaatschommelingen beïnvloeden malariamuggen
Een onderzoek van het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) in Antwerpen onthult hoe klimaatverandering de biologie en immuniteit van de belangrijkste malariamug ingrijpend verandert. De studie, gepubliceerd in het vakblad Global Change Biology, toont aan dat dagelijkse schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid een cruciale rol spelen in de verspreiding van malaria.

De impact van klimaatverandering op de malariamug is potentieel groot, stellen de onderzoekers, en dat moet beter worden onderzocht. Realistische omgevingsschommelingen die klimaatverandering nabootsen, bleken de groei van muggen te versnellen, hun overlevingskansen na infectie te vergroten en zelfs hun immuunsysteem te veranderen.
De studie stelt daarentegen veelgebruikt laboratoriumonderzoek in vraag dat werkt met vaste, optimale omstandigheden die in werkelijkheid niet bestaan.
De onderzochte mug, anopheles stephensi, is afkomstig uit Zuid-Azië maar verspreidt zich momenteel vooral in Afrika, en dan met name in stedelijk gebied. De soort vormt er een bedreiging voor de malariabestrijding, stelt het ITG.
Hitte-eilanden
"Steden werken vaak als hitte-eilanden: ze zijn warmer dan het omliggende platteland", zegt Maria Luísa Simões van het ITG. "Onze studie laat zien hoe belangrijk het is om realistische klimaatgegevens te gebruiken, zodat we malaria in deze veranderende omgevingen beter kunnen voorspellen én ons er goed op kunnen voorbereiden."
Een belangrijke concrete bevinding van de studie is volgens het ITG dat de 'aan- en uitknoppen' van genetisch gemodificeerde muggen gevoelig zijn voor klimaatschommelingen. Deze 'GM-muggen' zijn een veelbelovend instrument in de strijd tegen malaria. Echter, het feit dat hun ingebouwde genetische schakelaars gevoelig zijn voor temperatuur en vochtigheid, betekent dat hun effectiviteit afhankelijk kan zijn van omgevingsfactoren, iets wat niet duidelijk wordt in laboratoriumomstandigheden.
"Een gen dat resistentie tegen malariaparasieten verleent bij een constante 27 graden Celsius en 75 procent luchtvochtigheid in het laboratorium, kan in het wisselende weer van een Afrikaanse stad heel anders presteren", besluit Simões.