'Publicaties een apotheker onwaardig'

Cassatie: vrijheid van meningsuiting apotheker kan deontologisch worden beperkt

Het Hof van Cassatie oordeelt dat de uitoefening van het recht op vrije meningsuiting van een apotheker aan deontologische beperkingen mag worden onderworpen.

Herman Nys, em. prof. medisch recht, ex-voorzitter VITAZ

Het Hof van Cassatie oordeelde in een arrest van 4 april 2025 dat de uitoefening van het recht op vrije meningsuiting van een apotheker aan deontologische beperkingen kan worden onderworpen.

Een apotheker kan bijgevolg tuchtrechtelijk worden gesanctioneerd wanneer hij zijn mening uit in strijd met de eer en de waardigheid van het apothekersberoep door bijvoorbeeld desinformatie of misleidende informatie te verspreiden of een denigrerende toon aan te nemen.

Het arrest werd geveld na het beroep van de betrokken apotheker tegen een beslissing van de raad van beroep van de Orde der apothekers van 19 mei 2022 die een tuchtsanctie van 21 dagen schorsing oplegde.

Beslissing van de raad van beroep

De raad van beroep stelde vast en oordeelde dat:

– de vrijheid van meningsuiting niet verhindert dat deontologische beperkingen worden opgelegd aan een apotheker, van wie kan worden verwacht dat hij niet overgaat tot opruiende, verwarring stichtende en onwaardige communicatie;

– niet ernstig kan worden betwist dat de apotheker, onder de uitdrukkelijke vermelding van zijn titel van apotheker, ontkennende publicaties in verband met het coronavirus op Facebook plaatste, gepaard gaande met aanvallen en regelrechte beschuldigingen aan het adres van virologen en epidemiologen;

– dergelijke publicaties, waarin beslissingen van wetenschappers verdacht worden gemaakt, hen onkunde en intentieprocessen worden aangewreven, waarin scatologisch taalgebruik niet wordt geschuwd, en zonder onderbouwd te zijn door ook maar één enkele wetenschappelijk gedragen context, een apotheker onwaardig is en getuigt van een totaal gebrek aan respect;

– het feit dat de eiser niet heeft verhuld dat hij apotheker is, maakt dat aan zijn boodschap, ten overstaan van de doorsneebevolking, het gewicht van zijn functie als zorg verlener en zijn wetenschappelijke scholing kan worden toegekend, wat deze publicaties des te erger maken;

– de eiser viseert bovendien bepaalde personen, medeverantwoordelijk voor het COVID-19-beleid, op zulke wijze dat er geen sprake meer is van informatieverspreiding of een kritische noot en/of bedenking, maar wel van beledigingen en laster;

– de eiser zich ook schuldig maakt aan het verspreiden van foutieve informatie;

– dergelijke handelwijze van de eiser is in strijd met de eer en de waardigheid van het beroep van apotheker, zodat de tenlastelegging bewezen lijkt.

Oordeel van het Hof van Cassatie

Volgens het Hof van Cassatie blijkt uit deze redenen dat de apotheker werd gesanctioneerd omwille van de toon van zijn berichten en omdat hij desinformatie en misleidende informatie verspreidde.

Dit had tot gevolg dat de effectiviteit van de ingrijpende maatregelen, nodig om de volksgezondheid te beschermen en de druk op de gezondheidszorg beheersbaar te houden, werd ondermijnd.

De tuchtsanctie was dus afdoende gemotiveerd.

Het arrest werd gepubliceerd in Rechtskundig Weekblad van 20 september 2025.